Heren van Voorne en Westvoorne (ca. 1000 - 1300)

Het duurt tot het begin van de twaalfde eeuw voordat er in oude papieren vermeldingen van het eiland Goeree zijn te vinden. Het eilandje wordt dan Westvoorne genoemd.

Zo is er in 1105 sprake van de pastoor van Fornhe, en in 1165 wordt gesproken over terram in Westforri (= land in Westvoorne). In de jaren 1170 en 1173 zouden het ‘Oudeland van Diepenhorst’ en de ‘Oude Oostdijk’ door overstromingen zijn getroffen, maar anderen spreken dat weer tegen. Je begrijpt het al, ook over deze tijd is nog veel niet helemaal duidelijk. Goeree is dan wel al een eilandje hoog gelegen door de duinen en met enkele polders.

Over de situatie van het huidige Overflakkee in die tijd is weinig te zeggen. Het is een veengebied, dat regelmatig wordt overstroomd. Hierdoor ontstaat een grimmig landschap, niet echt geschikt om er te wonen. Voor het aanwezige veen wordt steeds meer interesse getoond. Hieruit kan turf of zout worden gewonnen. 

Kerk en toren

De toren, maar zeker de kerk van Ouddorp vertonen nog oude bouwsporen, die op een hoge ouderdom wijzen. Het huidige kerkgebouw is voor het grootste deel in 1348 gebouwd, maar zowel het (her)gebruik van tufsteen als enkele stukken muur maken duidelijk dat de kern van het gebouw ouder moet zijn. Zo is onder meer bekend, dat de heer Van Klepperstee in het jaar 1100 een geldbedrag heeft geschonken voor een toren en een kerk. 

Een Mottekasteel 

Vlakbij Ouddorp wordt in de dertiende eeuw door de familie Van Somerlandt een zogenoemd Mottekasteel opgericht, dat onder de naam Spreeuwenstein bekend is komen te staan. Bij een dergelijk soort kasteel, of eigenlijk versterkt huis, staat het hoofdgebouw op een door een gracht omgeven steile heuvel. De aarde van de heuvel is voor een belangrijk deel afkomstig uit de gracht, die er omheen is gegraven. Bovenop de heuvel staat vaak eerst een houten huis of vestingwerk, in latere jaren wordt dit bouwwerk in steen opgetrokken. Onderaan de heuvel liggen enkele gebouwen, meestal boerderijen. Dit wordt de voorhof genoemd. In geval van nood – overstroming of de komst van vijandelijke troepen – kunnen de mensen, die in de voorhof wonen, zich op de heuvel terugtrekken. Na 1275 worden er in Nederland geen mottekastelen meer gebouwd, omdat de voorkeur dan naar andere soorten (betere) kastelen uitgaat. Huis Spreeuwenstein moet dus ouder zijn. Hoe het er precies heeft uitgezien en wanneer het is gesloopt weten we niet. Er zijn geen tekeningen van bekend. Zo’n 250 jaar geleden zitten er daar nog stenen in de grond, die mensen uit Ouddorp meenemen om te gebruiken bij het bouwen van huizen. Een laag heuveltje is de enige tastbare herinnering. De heuvel is tegenwoordig beschermd en er mag dus niet in gegraven worden.