Het eiland uit isolement (1964)

Vóór de Tweede Wereldoorlog is er al een het brugcomité, dat een vaste oeververbinding wil met ‘de overkant’. De tijd is er dan nog niet rijp voor en met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1940 gaan de plannen tijdelijk de ijskast in. Al snel na de bevrijding komt dit plan weer op tafel. Het eiland is dan nog echt een eiland, dat je alleen met de veerboot kunt verlaten.

Een ander steeds terugkerend probleem vormen de slechte veerverbindingen. Door de veranderingen in de landbouw is er steeds minder werk. Voor de werkloze landarbeiders is geen ander werk op het eiland te vinden. In de Rotterdamse havens is wél werk genoeg. Voor veel mensen betekent dit: verhuizen òf pendelen. Een groot aantal Flakkeese arbeiders besluit voor dit laatste te kiezen, waardoor de veerboten 's morgens en 's avonds de grote stroom arbeiders amper kunnen herbergen. In de naoorlogse jaren neemt ook nog eens het aantal over te zetten auto's en vrachtwagens enorm toe. De veerboten zijn niet gemaakt als autoveer, maar alleen voor personenvervoer. Na veel aandringen worden enkele boten aangepast en zo nu en dan een extra boot ingezet. 

Inmiddels gaan de brugplannen een steeds vastere vorm aannemen, maar dat betekent niet dat er in de tussentijd niets aan de veerverbindingen moet worden verbeterd. Uit een onderzoek van het arbeidsbureau op zomaar een werkdag in oktober 1960 blijkt hoe slecht de situatie is. 's Avonds om 17.45 uur vertrekt de veerboot 'Haringvliet' vanuit Hellevoetsluis richting Middelharnis-Havenhoofd. De 'Haringvliet' is een boot bestemd voor het vervoer van auto's en heeft zodoende slechts 90 zitplaatsen. Er komen echter 425 passagiers aan boord, waarvan 90 een zitplaats weten te vinden, ruim 200 personen staan zich te verdringen in de kajuit. De overige passagiers (125) zoeken de kou op en zijn op het dek tussen de auto's te vinden. Vrachtwagenchauffeurs moeten vaak lang wachten voordat zij de boot op kunnen om de oversteek te maken. 

In 1952 verschijnt een rapport naar het onderzoek van een brugverbinding. De voorkeur gaat uit naar twee bruggen met daartussen het eilandje Tiengemeten. Tussen Stad aan ’t Haringvliet en Den Bommel komt de brug aan land. Door de Watersnoodramp van 1953 verdwijnt het rapport van tafel. In het Deltaplan wordt namelijk gekozen voor een andere plaats voor een brug tussen Goeree-Overflakkee en de Hoeksche Waard. In het Deltaplan is wel een brug opgenomen, maar de afdamming van de zeegaten heeft vanwege de veiligheid voorrang. De bruggenbouw staat voor later op het programma. Goeree-Overflakkee kan niet langer wachten. Daarom wordt de NV Brugverbinding ‘Haringvliet’ opgericht, waarin onder andere de gemeenten zitting hebben. Er wordt geld geleend om zo de bouw van de brug te kunnen betalen. Tolgelden moeten de aflossing van de geldleningen binnen zekere termijn mogelijk maken. Rijkswaterstaat zorgt voor het ontwerp en de technische begeleiding tijdens de bouw. Op 20 juli 1964 wordt de Haringvlietbrug officieel geopend. In de dorpen op het eiland wordt volop feest gevierd. Vele vlaggen zijn uitgestoken en plaatselijke muziekkorpsen dragen met vrolijke deuntjes luister bij aan deze feestelijke dag.

De veerdienst tussen Den Bommel en Numansdorp komt te vervallen, maar veerdienst Middelharnis-Hellevoetsluis blijft nog bestaan. De pendelaars, die werk hebben in Voorne-Putten en Europoort kiezen nog voor de boot. Als in 1971 de weg over de Haringvlietsluizen voor het verkeer wordt opengesteld, kan de veerdienst worden gestaakt. In augustus 1971 maakt de veerboot 'Haringvliet' zijn laatste oversteek.

Meer weten over het eiland uit zijn isolement, klik op onderstaand document